Wie zijn wij

Moslims die tot de Lahore Ahmadiyya Beweging in de Islam behoren geloven dat er geen god is behalve Allah en dat Mohammed de Boodschapper van Allah is. Zij geloven ook in de uitspraak van de heilige profeet Mohammed (moge vrede en de zegeningen van Allah op hem rusten): "Ik ben de laatste der profeten, na mij komt er geen profeet". Dit houdt in dat zij geloven dat de heilige profeet Mohammed (vzmh) de allerlaatste profeet is die door Allah naar de wereld is gezonden. Na hem kan er geen oude of nieuwe profeet meer verschijnen. De stichter van de Ahmadiyya Beweging in de Islam, Hazrat Mirza Ghulam Ahmad »

 

Boeddha, een profeet van Allah

Ied-oel Fitr-toespraak 2014

Ied-oel Fitr-toespraak 2014

gehouden tijdens het Ied-gebed bij Stichting Ahmadiyya Isha’at-i-Islam
door Reza Ghafoerkhan
 
Nadat moslims en moslima’s over de hele wereld de inspanningen van een hele maand vasten met succes hebben afgesloten, vieren zij het Ied oel-Fitr feest. Zij zijn zeer blij en zelfs uitgelaten, omdat zij de gelegenheid krijgen om hun oprechte geest van gehoorzaamheid aan het gebod van Allah te tonen. Daarnaast zijn ze ook hun Rabb (Heer) dankbaar, Die hen de mogelijkheid heeft gegund om meer tijd dan gebruikelijk te besteden aan Zijn lofprijzing en het lezen van de Heilige Koran. Door zich geheel vrijwillig de taak op te leggen zich overdag te onthouden van eten en drinken hebben zij in zich de gevoelens van medeleven en eendracht voor hun medemens opgewekt.
 
Voor de moslims heeft de heilige maand van Ramadan nog een andere grote betekenis. Het was tijdens deze maand dat de Heilige Profeet Mohammed (vzmh) zijn eerste spirituele ervaring kreeg van de openbaring van de Heilige Koran. De Heilige Profeet (vzmh) begon het benodigde licht te ontvangen,waarom hij jarenlang in totale eenzaamheid had gesmeekt. En met dat licht slaagde hij erin om zijn Arabische volk compleet te hervormen. Als eerste wist hij het geloof in één God (Tauhied) diep in de mensen te wortelen. En als tweede wist hij via die andere grootse leer van de Islam, namelijk die van de eenheid van de mensheid, het verdeelde Arabische volk te verenigen.
 
Het succes van de Profeet was dus overweldigend en compleet. De vraag echter die wij, hedendaagse moslims, onszelf nu moeten stellen is, hoelang kunnen wij nog teren op de glorietijd van het verleden? Want de wereld bevindt zich wederom “op de rand van een afgrond van vuur” zoals de Heilige Koran de toestand van het pre-islamitische Arabië beschrijft. Ik hoef alleen maar te wijzen op twee vreselijke gebeurtenissen die zich nota bene in deze maand Ramadaan hebben afgespeeld. Als eerste het conflict in Oekraïne met als tragisch gevolg het neerschieten van een burgervliegtuig waardoor bijna 300 onschuldige mensen de dood vonden. En als tweede het conflict tussen de Palestijnen en de Israeli’s in de Gaza, waar ook dagelijks aan beide kanten onschuldige mensen, waaronder veel kinderen, het leven verliezen. Maar overal op de wereld treft men brandhaarden van conflicten en oorlogen aan.
 
In zijn boek “De Nieuwe Wereldorde” behandelt Maulana Muhammad Ali, die precies 100 jaar geleden onze Lahore Ahmadiyya Beweging oprichtte, exact dit onderwerp. Maulana beschrijft daarin de toestand van de wereld rond 1940, toen nagenoeg de hele wereld meegesleept  was in de Tweede Wereldoorlog. Hij geeft zeer scherp aan waar de oorzaken van deze totale chaos op de wereld liggen en hoe alleen de leer van de Islam hierop de oplossing kan bieden. Hoewel dit boek zo’n 70 jaar geleden is geschreven, is het nu nog steeds net zo actueel als dat het toen was, omdat de toestand zoals Maulana die beschrijft, niet wezenlijk veranderd is. Ik zal daarom uitvoerig hieruit aanhalen.
 
Maulana legt eerst uit dat egoïsme en materialisme ten grondslag liggen aan conflicten tussen naties. Hij schrijft:
 
“De materiele vooruitgang, waarvan men meende dat het de bron van een groter geluk was voor het menselijk geslacht, heeft in plaats daarvan onnoemelijk veel ellende en onmetelijke verwoesting gebracht. De wereld bevindt zich nagenoeg in een chaotische toestand en elke zwakke natie is het slachtoffer van de tirannie van haar meer machtige en meer gevorderde buur. Het gevoel voor recht en onrecht in internationale betrekkingen heeft volledig plaats gemaakt voor de hartstocht van nationale verheerlijking. Deze mentaliteit beheerst de wereld van het ene einde tot het andere. Macht is heden evenzeer recht zoals het in de maatschappij der wilden was.“Egoïsme, negeren van de rechten van de medemens, onverschilligheid tegenover morele verantwoordelijkheid en het tiranniseren van de zwakken is op het hedendaagse peil der beschaving even rampzalig – en misschien zelfs rampzaliger als in de maatschappij der wilden.”
 
“De mensheid werd verdeeld in rassen en volkeren die elkaar haten en trachten te vernietigen in hun streven naar vooruitgang, hun hartstocht naar meer en meer materieel comfort, aards bezit en macht, zonder zich door welke stel van morele regels ook gebonden te voelen. De materiële beschaving van het Westen, die het verkrijgen van rijkdom tot het hoogste levensdoel heeft gemaakt, is in haar geheel verantwoordelijk voor de aldaar heersende anarchistische toestand.”
 
Het is duidelijk dat het materialisme, dat het vuur van menselijke hebzucht aanwakkert, uiteindelijk slechts vernietiging en ellende met zich medebrengt, zoals in de beide wereldoorlogen, zo lang er geen macht is die in staat is het mensdom te verenigen. Een dergelijke macht zou echter alleen een geestelijke macht kunnen zijn. In de materieel vooruitstrevende Westerse wereld, het seismische centrum van de aardschokken die de gehele wereld teisteren, bestaat een dergelijke morele macht niet.”
 
Vervolgens legt Maulana Muhammad Ali uit waarom het christendom heeft gefaald het materialisme te beteugelen. Daarna kaart hij aan dat ook de inspanningen van de Volkerenbond, de voorloper van de Verenigde Naties, waren mislukt en altijd gedoemd zijn te mislukken, omdat die er niet op gericht zijn om de wederzijdse gevoelens van haat tussen strijdende partijen te doen ophouden en de mensheid op basis van een stel van morele regels tot inkeer te brengen, en hen te verenigen.
 
Dan weerspreekt Maulana de onjuiste bewering dat godsdiensten de oorzaken zijn van oorlog. Hij schrijft:
 
“Er wordt vaak gezegd, dat in vele gevallen de godsdienst verantwoordelijk is voor haat en bloedvergieten in de wereld. Een vluchtige blik op de geschiedenis van de godsdienst toontechter aan dat dit een afschuwelijke misvatting is. De boodschap van elke godsdienst is steeds liefde, eendracht, sympathie en vriendelijkheid jegens de medemens geweest, en elk volk heeft deze essentiële lessen in hun ware reinheid alleen geleerd door de geest van onbaatzuchtigheid en dienstbaarheid, die geïnspireerd werd door het geloof in God of Allah.”
 
“Als er zelfzucht, haat en bloedvergieten was onder godsdienstige volkeren, en optraden ondanks de godsdienst, dan was dit niet het gevolg van de boodschap der liefde die de godsdienst bracht. Dit gebeurde, omdat de menselijke natuur hiervoor maar al te vatbaar is. … Dat de mens soms lage en onwaardige dingen doet, is geenszins het bewijs dat de meer edele gevoelens van elke waarde ontbloot zijn. Het toont slechts aan, dat de ontwikkeling hiervan een des te meer dringende noodzakelijkheid geworden is.”
 
Dan schakelt MMA over op de toestand van pre-islamitisch Arabië en hoe de islam succesvol is gebleken om de oorlogen en vetes tussen de verdeelde Arabische stammen tot een einde te brengen. Hij haalt een Engelse schrijver aan, die schrijft:
 
“Het zou moeilijk geweest zijn een nog verdeelder volk te vinden, totdat plotseling het wonder geschiedde. Een man stond op, die door zijn persoonlijkheid en door zijn aanspraak op rechtstreekse goddelijke leiding, werkelijk het onmogelijke tot stand bracht,namelijk de vereniging van al deze in onderlinge oorlogen verwikkelde partijen.” (The Ins and Outs of Mesopotamia, p. 99).
 
Dan stelt Maulana dat de verenigende kracht van de Islam zich ook buiten de grenzen van Arabië uitbreidde. Hij schrijft:
 
“Het moge vreemd lijken, maar de broederschap, waarvan de basis in Arabië in de zevende eeuw werd gelegd, bleef niet tot dat schiereiland beperkt. Binnen het tijdsbestek van een eeuw ontvingen uitgestrekte gebieden buiten de grenzen van Arabië het licht der wetenschap en beschaving.”
Om aan te tonen dat de Islam heden ten dage nog steeds die grote geestelijke kracht bezit, haalt Maulana Muhammad Ali weer een andere Engelse schrijver aan:
 
“De Islam heeft echter nog een andere dienst ten behoeve van de mensheid te verrichten. … Indien de tegenstelling van de volkeren van het Oosten en het Westen zal moeten worden vervangen door samenwerking, dan is de bemiddeling van de Islam een onmisbare voorwaarde.” (Whither Islam)
 
Dan legt Maulana uit hoe het Islamitisch gebed, indien juist uitgevoerd, een levend geloof in Allahin de mens plant en dat dit de goede en edele gevoelens in de mens aanwakkert, welke de basis vormen van ware beschaving. Deze beschaving is niet gebaseerd op materialisme, d.w.z., de overwinning op de stoffelijke natuur, maar is gebaseerd op de overwinning op de eigen menselijke natuur, de eigen ik. Hij schrijft:
 
“De Islam heeft dus Europa twee grote morele krachten aan te bieden die de vrede aldaar kunnen herstellen, nl. een levend geloof in God en een orde gebaseerd op de eenheid van de mensheid. Indien de Europese maatschappij niet bereid mocht zijn deze twee goddelijke geschenken van de Islam te aanvaarden, dan zal er geen eind komen aan zijn rampen. Laat Europa dus rustig de diagnose van zijn kwalen opmaken en het geneesmiddel gerust toepassen.”
 
Vervolgens legt Maulana Muhammad Ali uit hoe de onderlinge vijandschap en haat die we nu zien in de Westerse wereld reeds in de Heilige Koran waren voorspeld en hoe die hen uitnodigt tot de wegen van vrede. Aldus staat in de Koran, Soera Ma’idah:
 
“En met degenen die zeggen: Wij zijn Christenen, maakten Wij een verbond, maar zij veronachtzaamden een deel van datgene waaraan zij herinnerd werden; derhalve wekten Wij vijandschap en haat onder hen op tot de dag der opstanding; en Allah zal hun mededelen, wat zij gedaan hebben.”
 
“O volgelingen van het Boek! Onze Boodschapper is inderdaad tot u gekomen, u veel van wat u van het Boek verborgen hebt duidelijk makende en veel overslaande; inderdaad, er is tot u licht en een duidelijk Boek van Allah gekomen.”
 
“Daarmee leidt Allah hem, die Zijn welbehagen volgt, naar de wegen van vrede en Hij brengt hen door Zijn wil van de duisternis tot het licht en leidt hen op het rechte pad.” (5: 14-19).
 
Verder voorspelt de Koran dat materialisme onontkoombaarvernietiging met zich meebrengt. Maulana schrijft:
 
“Dat de grote Europese beschaving door haar eenzijdige ontwikkeling haar eigen vernietiging zou bewerkstelligen, is eveneens een onderdeel van het goddelijke plan dat door de Heilige Profeet werd geopenbaard, en van Europa's materialisme wordt uitdrukkelijk in de Heilige Qoer’an gewag gemaakt:
 
“Zeg: Zullen Wij u inlichten omtrent de grootste verliezers in hun werken?”
“Dezen zijn degenen, wier arbeid in het leven dezer wereld verloren is gegaan en zij denken dat zij bedreven zijn in het handwerk.”
 
”Dezen zijn degenen, die niet in de mededelingen van hun Heer en Zijn ontmoeting geloven; derhalve worden hun werken nietig en daarom zullen Wij ten dage der opstanding geen weegschaal voor hen oprichten.”
 
“Zo is het, dat hun beloning de hel zal zijn vanwege hun ongeloof en omdat zij met Mijn mededelingen en Mijn boodschappers de spot gedreven hebben.” (18: 103-106).
 
“Hier hebben wij een nauwkeurige beschrijving van de Westerse beschaving en van de trots van het Christendom: alle arbeid gaat in het aardse leven verloren- het produceren is haar grootste specialiteit- en tenslotte het algehele verlies van het geloof in God. … Hun hartstocht voor productieen het materieel bezit maakte zich dermate van hen meester, dat het hen alle hogere waarden van het leven deed vergeten. Productie, steeds meer productie, bezit, steeds meer bezit, dat is het enige wat telt. Gehele volkeren zullen zich volkomen in beslag genomen zijn in deze jacht, en zij zullen hun uiterste best doen om elkaar de te overtreffen. Uiteindelijk echter zal blijken dat al hun werken naar hun ondergang leiden. Hun harten zullen zich vullen met onderlinge haatgevoelens, en zij zullendag en nacht in de weer zijn aan het maken van plannen om elkaar te vernietigen.”
 
Deze vernietiging van de materialistische beschaving van het Westen wordt nog duidelijker omschreven in het begin van het 18e hoofdstuk genaamd Kahf (De Spelonk) dat de geschiedenis van het Christendom behandelt:
 
“En opdat hij degenen zal waarschuwen, die zeggen: Allah heeft een zoon genomen.”
 
“Zij hebben daarvan geen kennis, noch hun vaderen; het is een ernstig woord, dat uit hun monden komt. …”
 
“Wellicht zult u zich dan uit droefheid doden, treurende over hen, indien zij niet in deze aankondiging geloven.”
 
‘Waarlijk, Wij hebben al wat op de aarde is tot een sieraad voor haar gemaakt, opdat Wij hen zullen beproeven, wie van hun het beste is in daad.”
 
“En waarlijk, Wij zullen wat daarop is tot een kale bodem maken zonder planten.” (18: 4-8).
 
“De twee laatste verzen tonen aan, dat deze naties door middel van hun overwinning op de natuur de aarde zullen verfraaien, maar dat dit teniet zal worden gedaan wegens hun eigen misdaden; de prachtige steden, die zij op deze aarde bouwden, zullen met de grond gelijk gemaakt worden en uitgestrekte tuinen zullen in woestijnen veranderen.”
 
Maulana Muhammad Ali schrijft dan dat de straf voor deze naties volgens een Goddelijk plan verloopt en dat zij zichzelf die straf toedienen, in plaats van dat die straf van buitenaf af. Hij schrijft:
 
“Europa is bestemd voor zijn boze daden folteringen te doorstaan, die door eigen handen worden uitgevoerd. Dit gedeelte van het goddelijke plan wordt ook in de Heilige Qoer’an duidelijk gemaakt, waar van Europese naties wordt gesproken als van Gog en Magog:
 
“Wanneer er gemaakt wordt, dat Gog en Magog de wereld overwinnen en zij van iedere verheven plaats zullen uitbreken.” (21: 96).
 
Deze naties moesten dus vanwege hun overtreding gestraft worden, door middel van dat de ene natie tegen de andere de wapens opnam. Hier is de Heilige Qoer’an wederom zeer duidelijk:
 
“En op die dag zullen Wij een deel van hun als een vloedgolf in strijd tegen een ander deel doen opstaan.”
 
“En op die dag zullen Wij de hel, te kijk gesteld, voor de ongelovigen voortbrengen.” (18: 99 - 100).
 
Maar deze straf is slechts bedoeld om de wereld stap voor stap vooruit te laten gaan:
 
“Volgens de Heilige Qoer’an echter, wijst elke kastijding de weg naar een verbetering:
“En inderdaad hebben Wij boodschappers gezonden tot de volkeren voor u, dan hebben Wij hen door tegenspoed en bezoeking laten bevangen, opdat zij zich zouden verootmoedigen.” (6:42).
 
“De barensweeën die de wereld te doorstaan heeft, zijn niet tevergeefs. Uit leed en kwelling komt het ware geluk voort. De evolutie werkt niet alleen fysiek, maar eveneens geestelijk.”
 
“Stap voor stap en van fase tot fase beweegt de wereld zich vooruit en de tegenwoordige wereldomvattende ramp, de grootste vernietiging die ooit over deze aarde is gekomen, zal de wereld misschien met grote stappen doen vooruitgaan. Over de grote conflicten van de Europese volkeren zegt de Heilige Qoer’an het volgende:
 
“En er zal op de bazuin worden geblazen en Wij zullen hen allen vergaderen.” (18: 99).
“Het blazen op de bazuin wijst de komst van een machtige revolutie aan. De vereniging van strijdende volkeren tot één natieis een duidelijke wenk in de richting van de natie van de Islam, want er is maar een geloof dat in staat bleek te zijn verschillende volkeren tot een homogeen geheel aaneen te sluiten en dit geloof is derhalve de Nieuwe Wereldorde, waarvan de vooruitgang van de mens naar een hoger doel afhankelijk is.”
 
Ik wil er verder op wijzen dat het bijeenbrengen van de mensen d.m.v. het blazen op de bazuin, ook betrekking heeft op de verschillende moslimgroepen op de wereld, tussen wie ook veel verdeeldheid bestaat.
 
Tot zover het boek De Nieuwe Wereldorde. Welke les kunnen we nu leren van het vasten en van deze blijde dag van Ied doel-Fitr? De oorzaak van onenigheid, afgunst, haat en onverdraagzaamheid tussen de volkeren op de wereld ligt in materialisme. Nu leven wij in een materialistische maatschappij en velen van ons gaanonbekommerdmee in de gekte en idiotie van het materialisme. Zoals Maulana Muhammad Ali zo treffend zegt: “Productie, steeds meer productie, bezit, steeds meer bezit, dat dat is het enige wat telt.” En dat is ook wat, helaas, velen van ons doen. Vijf paar schoenen is niet genoeg, wij moeten tien paar hebben. Het ene huis kan niet groot en mooi genoeg zijn, omdat iemand anders een nog groter en mooier huis heeft. Model 4 van een mobiele telefoon is niet goed genoeg, maar we moeten model 5 of model 6 hebben. Dat is de spiraal van materialisme waarin we nu verkeren.
 
Het vasten leert ons van ons meest primaire materiële behoefte af te zien, namelijk eten en drinken. Als we in staat zijn van eten en drinken af te blijven, dan kunnen we ook afstand nemen van andere stoffelijke zaken. Dit zou eigenlijk de mentale instelling geweest moeten zijn wanneer we ’s ochtends de dag begonnen met vasten. En als het goed is, en als we elke dag met de juiste doelstelling voor ogen gevast hebben, dan hebben we nu, op deze dag van Ied, geleerd dat we ons niet slaafs moeten hechten aan materiële zaken zodat die ons leven volkomen beheersen.
 
Als we geshockeerd de gebeurtenissen op de wereld aanschouwen, zoals het neerschieten van het genoemde vliegtuig, of de bombardementen over en weer in het Midden Oosten, dan zouden we eigenlijk net zo geshockeerd naar onze eigen gedrag moeten kijken. Want als we zelf meedoen aan de doldwaze race van meer en meer bezit en grotere en grotere hebzucht,dan houden wij zelf de oorzaken in stand die ten grondslag liggen aan al die vreselijke gebeurtenissen, zodat we hand in eigen boezem kunnen steken, en niet alleen maaral te gemakkelijk een beschuldigende vinger wijzen naar anderen.
 
De eerste moslims boekten succes en wisten vrede en eendracht tussen strijdende volkeren zelfs buiten Arabië teweeg te brengen, omdat zij zich helemaal doordrenkt hadden met de edele eigenschappen van liefde, sympathie, medeleven, grootmoedigheid, en een leven leidden van onbaatzuchtigheid en totaal afzien van enig hebzucht en materialisme. Indien wij diezelfde verandering in ons teweeg kunnen brengen zoals de eerste moslims, dan kunnen we van de Islam wederom die grote drijvende geestelijke macht maken, waardoor verdeelde en in haat levende volkeren verenigd worden. Daarom moet een ieder van ons op deze dag nadenken en voor zichzelf nagaan in hoeverre zij hun levenswijze en sociaal gedrag in een maand hebben veranderd en of die in lijn is gekomen met de leer van de Koran en de levens van de Profeet Mohammed en de vroege moslims. Alleen dan zou de dag van Ied oel-Fitr zijn naam eer aan kunnen doen, als de dag van terugkerende, oftewel, continue en voortdurende vreugde en blijdschap en werkelijke groei en vooruitgang.