De tragische gebeurtenissen van 11 september 2001, en de anti-islamitische propaganda die door de christelijke evangelische groeperingen wordt gemaakt, hebben duidelijk de noodzaak zichtbaar gemaakt om gedaante te geven aan de hervorming en verdediging van de Islam door de Ahmadiyya Beweging. Aan de ene kant hebben wij de afschuwelijke gevolgen aanschouwd van de verkeerde interpretatie van de Islam door de religieuze fanatici achter de gebeurtenissen van 11 september. En wij maken nu ook de anti-islamitische campagne van verkeerde informatieverstrekking mee in de media door de conservatieve vleugel van de christelijke evangelistische beweging. De Heilige Koran heeft zo’n wending der gebeurtenissen voor de moslim-oemmah voorspeld:
“Jullie zullen zeker beproefd worden in jullie bezittingen en persoon. En jullie zullen zeker van degenen, aan wie het Boek was gegeven vóór jullie en van de afgodendienaars veel kwaadsprekerij horen. En indien jullie geduldig zijn en jullie plichten vervullen, dan is dit waarlijk een zaak van grote besluitvaardigheid. En toen Allah een verbond sloot met degenen aan wie het Boek was gegeven: Jullie zullen het aan de mensen uitleggen en het niet verbergen. Maar zij wierpen het achter hun ruggen en namen daarvoor een kleine prijs. Kwaad is dus wat zij kopen. Denk niet dat degenen die jubelen over wat zij hebben gedaan, en ervan houden geprezen te worden voor wat zij niet hebben gedaan – denk niet van hen dat zij veilig zijn voor de kastijding, en er is voor hun een pijnlijke kastijding. En van Allah is het koninkrijk van de hemelen en de aarde. En Allah is de Bezitter van macht over alle dingen.” (3:185-188)
In een hadies wordt ons ook verteld dat de Islam haar geschiedenis begon als gharîb (als een vreemdeling in een land, of als een slachtoffer in de handen van anderen), en dat zij nogmaals (d.i. na tot een positie van macht te zijn opgeklommen) zal terugkeren tot de toestand waarin zij begon (Hadith-verslag in Ibn Madjah).
De Heilige Koran vertelt ons in deze verzen over een moeilijke periode in de nabije toekomst, wanneer de moslims beproevingen onder ogen zullen moeten zien door verlies van bezittingen en personen, en beledigingen zullen moeten aanhoren van de mensen van het Boek. Zij worden geadviseerd om geduldig te zijn en hun plichten te blijven vervullen onder zulke omstandigheden. Daarnaast wordt er, door het voorbeeld te geven van degenen vóór hen aan wie het Boek was gegeven, een waarschuwing aan de moslims gegeven om niet in hun voetsporen te treden, d.w.z. het boek uit te leggen en niet te verbergen, niet onwetend te zijn omtrent zijn leringen en niet een kleine prijs (werelds gewin) daarvoor te accepteren. Heden staan wij tegenover een soortgelijke stand van zaken in de moslimwereld. Gebeurtenissen uit het recente verleden hebben het verlies van duizenden onschuldige levens laten zien in Bosnië, Kosovo, Palestina en Kashmir. De onwetendheid van de moslimmassa’s en de geleerden omtrent de leringen van het Boek is zeer duidelijk, net als de beschimpingen van de mensen van het Boek. Ik zal deze beide situaties apart beschouwen en vervolgens de bittere noodzaak voor de hedendaagse wereld belichten om zich bewust te worden van het ware beeld van de Islam, dat gepresenteerd werd door hazrat Mirza Ghulam Ahmad, de hervormer van deze tijd.
Laten wij om te beginnen de eerste groep beschouwen. De filosofie van deze groep wordt vertegenwoordigd door het voormalige Taliban-regime en de oelema organisaties in Pakistan. Zulke oelema-groeperingen zijn niet begrensd tot Pakistan. Helaas bestaan zij in bijna alle moslimlanden. Daar waar het politiek gezien nuttig worden geacht, worden zij onderdrukt; echter, in de meeste gevallen worden hun opvattingen niet als on-islamitisch in twijfel getrokken. Dit is hoofdzakelijk vanwege het gebrek aan morele moed van de kant van de politieke gevestigde orde. Om de Heilige Koran aan te halen, “zij nemen hun wetsgeleerden en hun monniken als heren buiten Allah” (9:31). Vrije meningsuiting wordt in deze maatschappijen onderdrukt in naam van de religie. Het koranische bevel “er is geen dwang in de religie” (2:256), wordt totaal genegeerd, net als het beginsel “en wiens zaken (beslist worden) door beraadslaging onder henzelf (42:38). De moslimmassa’s hebben op hun beurt het Goddelijke gebod, “Allah gebiedt jullie om (posities van) vertrouwen over te dragen aan degenen die deze waardig zijn” (4:58), ook genegeerd. Als gevolg hiervan zien wij overal in de moslimwereld ondemocratische overheden, waar vrije meningsuiting wordt onderdrukt. Indien we Pakistan als hoofdvoorbeeld nemen van zo’n toestand die nu bestaat, zien we dat de wetsgeleerden of hedendaagse oelema het beginsel van djihaad verkeerd hebben geïnterpreteerd en schaamteloze minachtig hebben getoond voor de heilige en gelijke rechten van vrouwen in de Islam. En we zien dat vrouwen ter dood worden veroordeeld en in gevangenissen worden geworpen onder het mom van de Sjaria-wet. De wetten over godslastering en het gebruik daarvan door de theocratische hegemonie hebben religieuze tolerantie versmoord. Het heeft ook tot de moord en gevangenneming geleid van hen die het wagen van mening te verschillen. Het heeft ook de ergste vorm van sektarisch geweld veroorzaakt, waarbij moorden in moskeeën worden gepleegd. De eerste slachtoffers van deze religieuze intolerantie waren moslims die tot de Ahmadiyya Beweging behoren. Ondanks alle woorden die heden ten dage tegen het terrorisme uit de monden van de leiders van Pakistan komen, zien wij dat zij de morele moed ontberen om deze onrechtvaardigheden recht te zetten. Dit rolmodel kan op de meeste heden- daagse moslimstaten toegepast worden. Na aldus in het kort de eerste groep besproken te hebben, zou ik nu graag de tweede groep willen behandelen.
De tweede groep die de Islam hedentendage een slechte naam bezorgt, omvat bepaalde conservatieve christelijke evangelistische groeperingen. Hun wijze van optreden, die vóór 11 september geraffineerd was, is nu nog openlijker en venijniger geworden. Ik geef enkele voorbeelden.
De bekende tele-evangelist Pat Robertson verkondigde recentelijk tijdens een uitzending van de 700 clubs aan, dat de Islam “geen vredelievende godsdienst is die wil samenleven. Zij willen samenleven totdat zij kunnen controleren, domineren, en vervolgens, als het moet, vernietigen.” Hij ging als volgt verder: “Ik ben in discussie getreden met onze geachte president met betrekking tot zijn standpunt waarbij hij zegt dat de Islam een vreedzame religie is. Dat is het gewoonweg niet. En de Koran maakt het zeer duidelijk, dat wanneer je een ongelovige ziet, je hem moet doden.”
De minister van Justitie, John Ashcroft, vertelde tijdens een interview in november 2001 tegen de columnist Cal Thomas van de gemeenschappelijke persdienst: “De Islam is een religie waarin God van jou verlangt om jouw zoon erop uit te sturen om voor Hem te sterven. Het Christendom is een geloof waarin God Zijn zoon heeft gestuurd om voor jou te sterven.”
Franklin Graham, de zoon van evangelist Billy Graham, beweerde: “De God van de Islam is niet dezelfde God. Het is een andere God, en ik geloof dat het een zeer kwaadaardige en slechte godsdienst is.”
Jerry Vines, een pastoor uit Jacksonville (Florida) en voormalig voorzitter van de Southern Baptist, maakte zeer recentelijk, tijdens het toespreken van de Pastors Conference, die vóór de jaarlijkse tweedaagse bijeen- komst van ‘s lands grootste protestantse groepering samenkomt, de volgende opmerking: “Ik sta hier, dames en heren, om jullie te vertellen dat de Islam niet zo goed is als het Christendom. Het Christendom werd gesticht door de maagdelijk gebo- ren Zoon van God, de Heer Jezus Christus. De Islam werd gesticht door Mohammed, een door de duivel bezetene ...” (Wij zoeken bescherming bij Allah tegen het weergeven van zijn verwensin- gen). Hij gaat dan verder met de huwelijken van de Heilige Profeet op de meest vulgaire manier te bekritiseren.
Jack Graham, gekozen als de nieuwe voorzitter van de Southern Baptist, zei: “Ik zal niet reageren op dr. Vines’ uitspraak, behalve te zeggen dat een ieder die een pad volgt en die naar de hemel wil gaan, nauwkeurig moet bekijken wie zij volgen en wat zij geloven.”
Toen boze moslims de voormalige SBC-voorzitter confronteerden met zijn opmerkingen verleden maand, zei Vines dat hij slechts hun eigen teksten citeerde, zoals aangehaald in het boek Unveiling Islam, van de broers Caner. De broers Caner zijn drie Amerikaanse broers van Turkse origine, wier vader een moslim was. Zij bekeerden zich tot het Christendom en bekleden nu academische functies aan de universiteiten van de Southern Baptist. Zij hebben een boek geschreven, Unveiling Islam, waarin één van hen, Emir Caner, schrijft: “Om het even welk eerlijk verslag van Mohammed’s leven dan ook, het kan samengevat worden met de woorden: complexiteit, eigenbelang en verdorvenheid. In elk opzicht overschrijdt het leven op aarde van Jezus Christus, de Zoon van God, verre Mohammed’s integriteit, gratie en wijsheid.”
De verkeerde interpretatie en verkeerde voorstelling van de Islam door deze twee verschillende religieuze groepen brengt ons tot de rol van de Ahmadiyya Beweging in de wereld na 11 september. Deze verschilt niet veel van het doel van deze beweging vanaf de tijd toen het werd opgericht, t.w. het verdedigen en het propageren van de Islam. De behoefte daaraan is heden ten dage wederom zeer dringend geworden. De aanvallen op de Islam lijken zeer veel op die van de christelijke missionaire beweging ten tijde van de komst van de moedjaddid (hervormer) van deze tijd, wiens missie opgedragen werd via het Goddelijke woord: “Waarlijk, Wij hebben de Herinnering geopenbaard, en waarlijk, Wij zijn haar Bewaker”. De onwetendheid van de moslimgeleerden is evenzeer ontstellend. Hazrat Mirza Ghulam Ahmad verklaart in zijn boek Fath Islam (Overwinning voor de Islam): “O zoekers naar de waarheid en ware liefhebbers van de Islam! Het is u duidelijk dat deze tijd waarin wij leven een tijd van zo’n duisternis is, dat er in alle zaken een grote achteruitgang heeft plaatsgevonden, of het nu betrekking heeft op geloof of op daden, en er woedt een hevige storm van dwaling en kwaadaardigheid vanuit elke richting. Wat als geloof wordt aangeduid, is vervangen door enkele woorden die slechts met de tong worden beleden; wat goede daden worden genoemd, worden beschouwd als bepaalde rituelen of handelingen van overdrevenheid en vertoon, terwijl er een complete onwetendheid bestaat omtrent ware rechtschapenheid.”
Aangaande de christelijke propaganda schrijft hij:“Ook de leerstellingen van de christenen graven al- lerlei tunnels om het bouwwerk van waarheid en geloof op te blazen. Teneinde de Islam uit te roeien, hebben de christenen zeer hard gewerkt om allerlei manieren van geraffineerde valsheden en verzinsels te creëren, die zij op iedere plaats en bij elke gelegenheid aanwenden om het geloof ten val te brengen. Er worden steeds nieuwere en modernere technieken bedacht om te bedriegen en te misleiden. Zij beledigen en beschimpen die Volmaakte Mens [de heilige profeet Mohammed], die de trots van alle heiligen is, de kroon van alle uitgekozenen, en het hoofd van alle profeten.”
In dit boek brengt hij ook naar voren, dat de overwinning van de Islam via geestelijke middelen zal plaatsvinden. Hieronder wordt een stukje van het boek aangehaald.
“Niemand moet haastig zijn in het ontkennen, opdat hij niet veroordeeld wordt om met God, de Allerhoogste, te twisten. De wereldse mensen wiens geesten zich in duisternis bevinden, en die zich vastklampen aan hun oude ideeën, zullen hem niet accepteren. Maar spoedig zal de tijd aanbreken, die hen hun dwaling openbaar maakt. ‘Een waarschuwer kwam op de wereld, maar de wereld accepteerde hem niet. God zal hem echter accepteren en zijn waarheid bevestigen met zeer krachtige uitvallen.’ Dit zijn niet de woorden van een sterveling, maar de openbaring van God, de Allerhoogste, en het woord van de Glorierijke Heer. Ik geloof dat de dagen van deze aanvallen nabij zijn, maar deze zullen niet met het zwaard en de speer gebeuren, noch zal er enige behoefte zijn aan bajonetten en geweren. Integendeel, de hulp van God, de Allerhoogste, zal met geestelijke bewapening komen, en er zal een enorme strijd zijn tegen de joden. Wie zijn zij? Zij zijn de hedendaagse aanbidders van uiterlijke vormen, over wie men het eens is dat zij precies in de voetstappen van de joden treden. Het hemelse zwaard van God zal hen in tweeën klieven en de joodse karaktertrek vernietigen. Elke aanbidder van de wereld, de eenogige Dadjdjaal die de waarheid verbergen en blind is voor het geloof, zal door het zwaard van scherpe argumenten gedood worden.
De waarheid zal zegevieren, en die dag van frisheid en helderheid zal nogmaals aanbreken voor de Islam, zoals het in vroegere tijden overheerste, en de zon van de Islam zal nogmaals in zijn glorie rijzen, zoals het voorheen rees. Maar zover is het nog niet. Het is noodzakelijk dat de hemel haar tegenhoudt op te komen, totdat onze harten bloeden van zware arbeid en opoffering, en wij alle gemakken verlaten voor zijn manifestatie, en alle soorten van vernede- ring aanvaarden voor de eer van de Islam. De wederopleving van de Islam eist van ons een offer. Wat is dat? Dat wij onze levens opgeven voor dit doel. Dit is de dood waarvan het leven van de Islam en van de moslims, en de manifestatie van de levende God afhangen – en dit is wat met andere woorden bekend staat als Islam. Het is de wederopleving van deze Islam, die God, de Allerhoogste, nu teweeg wenst te brengen. Voor de ten uitvoerbrenging van dit grootse plan was het essentieel dat Hij een grote Beweging moest creëren, die in elke opzicht effectief is.
Dus de Wijze en Machtige God deed precies dat, door deze nederige dienaar te zenden voor de hervorming van de mensen, en teneinde de wereld in de richting van waarheid en rechtschapenheid te trekken, verdeelde Hij het werk van de ondersteuning van de waarheid en de propagatie van de Islam in verschillende delen.
Eén deel van deze takken is het werk van het schrijven en publiceren van boeken, hetgeen aan deze nederige dienaar is toevertrouwd. En aan mij zijn de grondige kennis en de schone, subtiele waarheden onderwezen, die alleen via Goddelijke kracht kunnen worden geleerd, en niet verkregen kunnen worden via menselijke inspanning. Moeilijke en ingewikkelde punten zijn opgelost, niet door menselijke redenering, maar door de onderwijzing van de Heilige Geest.
Het tweede deel van dit werk is de publicatie van notities, wat op Goddelijk gebod wordt uitgevoerd, met het doel argumenten en bewijzen volledig over te brengen. Tot nu toe zijn er meer dan 20.000 exemplaren gepubliceerd om de argumenten van de Islam aan niet-moslims te presenteren, en dit zal in de toekomst door blijven gaan overeenkomstig de behoeften van de tijd.
Het derde deel van dit werk staat in verband met de gasten, bezoekers, zij die reizen op zoek naar de waarheid, en zij die hier komen voor verschillende doeleinden, die, na het bericht ontvangen te hebben van deze hemelse Beweging, onophoudelijk komen om ons te ontmoeten, ingegeven door hun innerlijke intenties. … het lijdt geen twijfel dat het mondeling geven van antwoorden aan de vragenstellers, of iets uitleggen overeenkomstig de tijd en omstandigheden, in vele gevallen gebleken is veel nuttiger, effectiever en gemakkelijker te bevatten te zijn dan door middel van geschreven werken. Dit was de reden waarom alle profeten deze methode toepasten. … Dit was anders dan bij de sprekers van tegenwoordig die er alleen op uit zijn hun kennis tentoon te spreiden door hun toespraak, of om de eenvoudige geesten te verstrikken via hun bedrieglijke logica en valse argumenten, en hun slachtoffers nog meer de hel doet verdienen dan zijzelf. De profeten spraken integendeel in zeer eenvoudige woorden, en wat uit hun harten vloeide, schonken zij in de harten van anderen. Hun heilige uitingen pasten precies bij de gelegenheid en de behoeften van hun tijd. Zij spraken niet als tijdverdrijf of om verhaaltjes te vertellen aan het publiek, maar veeleer gaven zij hun, na ontdekt te hebben dat zij geestelijk ziek waren en getroffen waren door morele kwalen van allerlei soorten, geven zij goede raad als genezing, en verdreven zij hun twijfels door onweerlegbare argumenten.
Zij spraken in weinig woorden, maar met veel betekenis. Deze nederige dienaar volgt ook hetzelfde beginsel, zodat de toespraak altijd in overeenstemming is met het begripsvermogen en de behoeften van de bezoekers en gasten, en hij houdt hun geestelijke kwalen in gedachten . … Het is ongetwijfeld zeker en erkend dat de grote taak van de hervorming van de mensheid niet slechts door papierwerk kan worden uitgevoerd. Voor dit doel is het vereist om dat pad te betreden, welke de heiligen van God sinds het begin hebben bewandeld. En de Islam heeft, vanaf zijn allereerste begin, deze effectieve methode zo stevig gevestigd, dat de gelijke daarvan in het geheel niet aangetroffen wordt bij andere religiën. … Met deze blijde tijding stuurde de Heer God mij, en Hij zei: ‘Verheugt u zich wanneer u zeer spoedig die tijd zal zien dat de moslims zich stevig gevestigd hebben op een verheven toren.’
Het vierde deel van dit werk is het schrijven van brieven naar de waarheidzoekers en naar de tegenstanders. Tot nu toe, in de hierboven genoemde periode, zijn er meer dan 90.000 brieven ontvan- gen, welke beantwoord zijn, behalve die welke beschouwd werden als rotzooi en overbodig. Dit werk gaat geregeld door, en het aantal brieven dat elke maand wordt uitgewisseld, varieert van 300 tot 700 of zelfs duizend.
Het vijfde deel van dit werk, wat God, de Allerhoogste, speciaal heeft vastgesteld via Zijn openbaring, is de vorming van de discipelen en van hen die de bai`at (eed) hebben afgelegd. Ten tijde van het stichten van deze Beweging stelde God mij op de hoogte, en zei:‘Er woedt een storm van misleiding op aarde; bouw dus deze ark in de tijd van deze zondvloed. Wie ook deze ark binnengaat, zal van verdrin- king gered worden, maar hij die ontkent, zal vergaan.’
En:‘Hij die zijn hand in uw hand legt, hij heeft het niet in uw hand gelegd, maar in de hand van God.’
En de Heer God heeft mij de volgende blijde boodschap gegeven:
‘Ik zal u doen sterven en u naar Mijzelf verheffen, maar uw ware volgelingen en aanhangers zullen blijven bestaan tot de Dag des Oordeels, en zullen altijd heersen over hen die tegenstand bieden.’
Dit is de vijfvoudige Beweging die God, de Allerhoogste, met Zijn Eigen hand heeft opgericht. Hoewel een persoon met een oppervlakkige blik zal vinden, dat slechts het werk van het produceren van geschreven werken essentieel is, en de andere delen overbodig en onnodig acht, zijn deze in de ogen van God echter allemaal essentieel. En de hervorming die Hij heeft gewild, kan niet volbracht worden zonder de aanwending van al deze vijf methoden.”
Wanneer hij een verzoek doet om fondsen voor deze beweging, verklaart hij: “O moslims, die de overgebleven tekenen zijn van de grote gelovigen, en de nakomelingen van de rechtschapenen, haast u zich niet naar ontkenning en wantrouwen, en vrees de afschrikwekkende pestepidemie die zich rondom u verspreidt en ontelbare mensen heeft ingesloten. Jullie zien welke krachtige inspanningen ondernomen worden om de religie van de Islam te vernietigen. Is het niet jullie plicht om in reactie daarop moeite te verrichten? Hoewel de Islam niet door de mens gemaakt is, zodat de krachtsinspanningen van de mens het zou kunnen vernietigen, toch is het helaas voor degenen die uit zijn op haar vernietiging, en ook helaas voor degenen die alles hebben om uit te geven aan hun vrouwen, hun kinderen en hun eigen vermaak, maar die voor de Islam niets in hun zakken hebben! Wee jullie, O luiaards, terwijl jullie zelf de kracht ontberen voor de propagatie van de Islam of het tonen van zijn licht, accepteren jullie niet eens met dankbaarheid de Missie die door God is ingesteld om de schittering van de Islam te manifesteren. De Islam is heden als een lamp, opgesloten in een doos, of een zoete bron van water, bedekt met stof en vuiligheid. Dit is de reden waarom de Islam zich in een toestand van neergang bevindt, en zijn prachtige gezicht niet gezien kan worden, noch zijn knappe gestalte kan worden gekend. Het was de plicht van de moslims om zich in te spannen tot zij erbij neervielen, om het geliefde gezicht van de Islam te laten zien, en zij moesten niet alleen hun rijkdom, maar zelfs hun eigen bloed als water uitstorten. Maar zij deden dat niet. Vanwege hun bovenmatige onwetendheid blijven zij vasthouden aan de onjuiste opvatting, dat de vroegere literatuur van de Islam toereikend is. Zij weten niet dat, teneinde de hedendaagse kwaden te verdrijven, die op steeds nieuwere manieren verschijnen, er ook een moderne vorm van verdediging nodig is. Bovendien, bestonden de eerdere boeken niet reeds in de tijd van duisternis in elk tijdperk, en toen er profeten, boodschappers en hervormers verschenen? …
O welgestelde mensen van de Islam, kijk, ik breng de boodschap aan u over, dat u bijstand moet verlenen aan de Hervormingsmissie, die van God Zelf afkomstig is, met geheel uw hart, uw volledige aandacht en uw absolute toewijding. U moet veel belang hechten aan al haar verschillende aspecten en uw plicht van dienstbetoon zeer spoedig vervullen. Hij die maandelijkse donaties wenst te geven, naar gelang zijn middelen, moet de betaling elke maand verrichten uit eigen motivatie en betrokkenheid, het als een essentiële religieuze verplichting beschouwen- de die hem is opgelegd, en zich geen onachtzaamheid of laksheid veroorloven in het verrichten van de betalingen, als een plicht zuiver tegenover God. En hij die wenst ineens een bedrag te doneren, mag zijn bijstand op deze manier verlenen. Maar men moet eraan denken dat de werkelijke manier waarop deze Beweging zonder haperen geacht wordt te functioneren, is dat degenen die het geloof waarlijk goedgunstig zijn, een bindende overeenkomst met zichzelf sluiten om die haalbare bedragen maandelijks te geven, naar gelang hun bezittingen en middelen, welke zij op makkelijke wijze kunnen betalen, tenzij één of ander onvoorziene gebeurtenis dit verhindert. Maar degene aan wie Allah een genereus hart en de mogelijkheid heeft geschonken, kan ook steun verlenen naast de maandelijkse contributie, met een bedrag ineens overeenkomstig zijn motivatie en zijn middelen.
En, o mijn beste vrienden en mijn geliefden, de bloeiende takken van mijn boom, die mijn Beweging zijn binnengetreden via de genade van God die met jullie is, en die hun levens, comfort en rijkdom op dit pad opofferen, ik weet dat jullie zullen accepteren wat ik zeg, en het doen hiervan als jullie geluk beschouwen, en niet zullen twijfelen om zoveel te doen wat in jullie vermogen ligt. Maar ik leg jullie geen enkele plicht in uitdrukkelijke woorden op voor dit dienstbetoon, zodat jullie werk uit jullie eigen beweging gebeurt en niet onder dwang van mij. Wie is mijn vriend, en wie is mij dierbaar? Het is degene die mij erkent. En wie erkent mij? Slechts hij die gelooft dat ik ben gezonden, en mij accepteert zoals degenen geaccepteerd worden die door God zijn gezonden. De wereld kan mij niet accepteren, want ik ben niet van de wereld. Maar degenen wiens natuur een deel bezitten van de andere wereld accepteren mij en zullen dat ook in de toekomst doen. Hij die mij in de steek laat, laat Hem in de steek Die mij heeft gezonden, en hij die een band met mij vormt, vormt een band met Hem van Wie ik afkomstig ben.
Ik heb een licht in mijn hand. Hij die naar mij toe komt, zal beslist een deel van dat licht krijgen. Maar hij die van mij wegrent in achterdocht en wantrouwen, zal in de duisternis geworpen worden. Ik ben de onneembare vesting van deze tijd. Hij die mijn poorten binnengaat, zal zichzelf redden van dieven, rovers en beesten, maar hij die buiten mijn muren wenst te leven, ziet de dood van alle kanten tegenover zich, en zelfs zijn dode lichaam zal niet veilig zijn. Wie treedt mijn poorten binnen? Hij die het slechte mijdt en het goede aanwendt, verdorvenheid verlaat en het pad van rechtschapenheid bewandelt, bevrijdt zichzelf van de slavernij van de duivel en wordt een gehoorzame dienaar van God, de Allerhoogste. Een ieder die dit doet, is in mijn binnenste, en ik ben in zijn binnenste. Maar alleen hij is hiertoe in staat, die door God onder de schaduw van de zuiverende ziel is geplaatst, zodat wanneer de tweede een stap in de richting van de hel van het innerlijke zelf van die persoon doet, zij afkoelt alsof het vuur daar nog nooit binnen is geweest. De Heer der werelden wordt in het hart gevestigd met een bijzondere manifestatie. Vervolgens wordt hem, nadat zijn vroegere ik door het vuur is verteerd, een nieuwe en zuivere menselijke natuur geschonken. En ook God, de Allerhoogste, vormt een nieuwe en bijzondere relatie met hem, alsof Hij een nieuwe God is geworden, en hij ontvangt alle zuivere bestaansmiddelen voor een hemels leven op deze zelfde wereld.”
Tot zover de aanhaling.
Als leden van de Lahore Ahmadiyya Beweging die de gelofte hebben afgelegd, is de vraag die wij ons zelf nu, zowel individueel als collectief, moeten stellen, hoe wij deze doelstellingen heden ten dage kunnen verwezenlijken. Afgezien van de ondersteuning van het werk van het drukken, publiceren en gratis verspreiden van literatuur, dienen wij openbare plaatsen voor toespraken te zoeken om de boodschap van de Islam te verspreiden. Door e-mail en het internet te benutten, moeten wij discussies op gang zetten en informatie verschaffen aan niet of verkeerd geïnformeerde groepen. Het schrijven van brieven aan de redacties van onze lokale kranten wanneer zich een controverse voordoet, is een andere manier van reageren op zulke verkeerde informatie. Hoewel het een kostbare onderneming is, kan het plaatsen van artikelen in belangrijke nieuwsbladen over belangrijke kwesties een actuele noodzaak zijn. Een ieder van ons moet nadenken over nieuwere manieren om een tegenaanval te plegen op deze storm van oppositie en verkeerde informatieverstrekking tegen de Islam. Moge Allah ons helpen en ons deze taak waardig maken.