Vasten – 18
De buitengewone zachtaardigheid van de profeet
Mohammed ﷺ tegenover zijn volgelingen - 1
· Wij zijn misschien geneigd te denken dat een leider verplicht is om zacht te zijn tegenover zijn volgelingen. Maar is dit werkelijk ooit het geval geweest bij religieuze en nationale leiders of legeraanvoerders? De profeet Mohammed (v.z.m.h.) bekleedde al deze posities. De Koran zegt over hem:
“Dus is het door Allah’s genade dat u zachtaardig tegenover hen bent. En als u ruw was, hardvochtig, dan hadden zij zich zeker van rondom u verspreid. Dus vergeef hen en vraag bescherming voor hen, en raadpleeg hen in (belangrijke) zaken. Maar wanneer u besloten hebt, vertrouw dan op Allah. Allah houdt waarlijk van degenen die (in Hem) vertrouwen.” – 5:48
Dit vers werd geopenbaard naar aanleiding van de gebeurtenissen rondom de slag van Uhud [Een van de oorlogen waarin de moslims werden betrokken]. De profeet Mohammed positioneerde een groep boogschutters van de moslims om het moslimleger in de achterhoede te beschermen. Hij gaf daarbij het strikte bevel om hun positie in geen geval te verlaten. Maar toen de boogschutters zagen dat de vijand zich terugtrok, verlieten zij hun positie en zetten de achtervolging op hen in. De vijandelijke troepen maakten hier gebruik van en konden toen de moslims van achteren aanvallen en hen uiteendrijven. En zij wisten de moslims, en ook de Profeet zelf, in een dodelijk gevaarlijke situatie te brengen. Enkele moslims ontvluchtten het slagveld. De profeet Mohammed zelf raakte gewond en het gerucht ging dat hij was omgekomen.
De Koran vestigt hier de aandacht op de zachte omgang van de Profeet met de mensen om hem heen wanneer het zijn ervaringen op het slagveld als legeraanvoerder beschrijft. Deze rol eiste van hem, dat hij elke overtreding zeer streng zou moeten bestraffen. Hij was de meest competente om zijn mannen als generaal aan te voeren. En toch zijn zijn zachte manieren en zijn geduld in de omgang met zowel zijn vrienden als vijanden opmerkelijk gezien zijn rol als commandant op het strijdveld. Na de vreselijke gebeurtenissen van die slag bij Uhud, sprak hij niet eens harde woorden tegen degenen die zijn bevelen niet hadden gehoorzaamd, of die waren weggevlucht. Dit vers leert ons de volgende lessen:
1. Het was vanwege een genade van Allah dat de profeet Mohammed zacht was voor zijn volgelingen. Je zou verwachten dat zijn openbaring zou zeggen: ‘Het is vanwege uw zachtaardigheid dat zij ongehoorzaam waren aan u. U moet dus van nu af aan ferm tegen hen zijn en hen in bedwang houden!’ In plaats daarvan keurt zijn openbaring zijn zachtaardigheid goed. Dit houdt geen zwak leiderschap in, waarvan we soms voorbeelden zien.
Het Arabische woord hier voor ‘zachtaardig’ is lint, wat lijkt op het Nederlandse woord lenitief (verzachtend).
2. Als een leider ruw en onverschillig is tegenover degenen om hem heen, dan zal hij niet in staat zijn om hen bijeen te houden. Merk op dat het vanwege de zachtheid van de Profeet was, en niet uit vrees voor zijn gezag, dat zijn volgelingen zich tot hem aangetrokken voelden en diep toegewijd waren aan hem. Bij de slag van Uhud zelf, toen de profeet Mohammed het doelwit werd van een vijandelijke aanval, vormden zijn volgelingen een kring om hem, om hem met hun lichaam te beschermen tegen aanvallen. Dit zou een moment zijn geweest om hem in de steek te laten, als hij het soort persoon was geweest die zijn volgelingen door middel van dwang, intimidatie of materiële gunsten loyaal hield.
3. Allah zegt tegen de profeet Mohammed om hen zelf te vergeven, en ook om tot Allah te bidden dat Allah hen vergeeft.
4. Hij krijgt te horen om ‘hen te raadplegen’ in belangrijke zaken. Dit wijst op twee verschillende punten. Ten eerste, men zou de mensen die ongehoorzaam waren en vergeven werden, het later niet opnieuw mogen aanrekenen. En men zou hen in de toekomst niet mogen uitsluiten van deelname aan raadplegingen.
Ten tweede, voor de slag van Uhud had de Profeet, na overleg, besloten om de mening van de meerderheid te volgen en Medina uit te gaan en de vijand tegemoet te treden in de strijd. Zijn eigen mening was die van de minderheid, namelijk, dat ze niet de vijand tegemoet moesten treden in open veld, maar dat ze in Medina moesten blijven om zichzelf te verdedigen. Het lijkt erop, dat door het volgen van de meerderheid de moslims de ellende meemaakten bij Uhud. Toch kreeg de profeet Mohammed, op dit moment, een openbaring die het beginsel van raadpleging bevestigt.
5. ‘Maar wanneer u besloten hebt, vertrouw dan op Allah.’ Wanneer eenmaal tot een bepaalde lijn van handelen is besloten door middel van overleg, dan moet men die lijn eensgezind, oprecht, en met volle overtuiging volgen, met vertrouwen in Allah.
· Een eerder vers zegt dat Allah degenen vergaf die het slagveld waren ontvlucht.
“Degenen van jullie die terugkeerden op de dag dat de twee legers elkaar ontmoetten, alleen de duivel probeerde hen een misstap te laten maken vanwege een aantal van hun daden, en Allah heeft ze zeker vergeven. Waarlijk is Allah Vergevensgezind, Verdraagzaam.” – 3:155
Allah was vergevensgezind en verdraagzaam jegens degenen die, in de hitte van het moment, de verkeerde actie ondernamen. De profeet Mohammed volgde het voorbeeld van Allah.
Ramadan Daily Quran Study, Dr. Zahid Aziz
Vertaald in Nederlands door Reza Ghafoerkhan
Uitgegeven door: IslamLab