· De twee meest krachtige wapens die een moslim bezit waarmee hij de harten van de mensen kan veroveren zijn: de Koran en de profeet Mohammed (v.z.m.h.). De moslim kent de volledige en nauwkeurige details van het leven van de Profeet en zijn goede eigenschappen zeer goed. Hij vindt in hem een rolmodel voor het leiden van zijn eigen leven en kan hem aan de wereld presenteren als het perfecte voorbeeld van een moslim.
· De lage en kwaadaardige beschuldigingen die tegen de Profeet worden geuit bieden moslims in werkelijkheid een uitstekende kans om de wereld op de hoogte te stellen van zijn ware karakter.
· Tijdens deze Ramadan zullen we verzen van de Koran bekijken die ons iets vertellen over de missie en de goede eigenschappen van de profeet Mohammed. Het zegt:
“Zeker hebben jullie (o moslims) in de Boodschapper van Allah een voortreffelijk voorbeeld voor degene die hoopt op Allah en de Laatste dag, en die Allah vaak gedenkt.” – 33:21
“Bij de goedgunstigheid van uw Heer, u (o Profeet) bent geen dwaas. En voor u is er waarlijk een beloning die nooit zal worden afgesneden. En waarlijk hebt u sublieme deugden.” – 68:2-4
· De Profeet liet als voorbeeld in al zijn handelingen de meest voortreffelijke en hoogste deugden zien, met familie, vrienden, volgelingen, de hogen en de lagen, de rijken en de armen, met tegenstanders en dodelijke vijanden. Hij maakte in zijn leven de meest uiteenlopende omstandigheden mogelijk mee, van iemand die werd vervolgd tot heerser over het land, van iemand die werd geconfronteerd met oorlog tegen veel betere strijdkrachten tot overwinnaar. En in elke verschillende situatie toonde hij de juiste kwaliteiten die nodig waren onder die omstandigheden.
· Zelfs voordat hij verkondigde de Boodschapper van Allah te zijn, had hij al van zijn tijdgenoten de erkenning gekregen van zijn voortreffelijke karakter. Ze gaven hem de titel van al-Amīn, degene die in al zijn woorden getrouw en betrouwbaar was. Zijn volk was te trots en hooghartig om iemand te prijzen die noch koning, noch stamhoofd, noch een groot krijger, noch een beroemd dichter was. Door hem al-Amīn te noemen, gaven ze uiting aan hun grote waardering voor zijn voortreffelijke karakter, alsof hij de enige was, zoals het lidwoord al (de) aangeeft, die men in alle zaken kon vertrouwen.
· Toen de profeet Mohammed zijn allereerste openbaring beleefde in de grot van Hira, keerde hij terug naar huis naar zijn vrouw Khadijah terwijl hij nog natrilde van de intensiteit van de ervaring. Hij maakte zich ook grote zorgen over de grote taak van het hervormen van de mensheid die aan hem was toegewezen. Met betrekking tot dit voorval staat er in Sahih Bukhari:
“Toen sprak hij met Khadijah en vertelde haar wat er was gebeurd (en zei): ik vrees voor mezelf.”
Toen Mozes zijn opdracht van Allah ontving, bracht ook hij verschillende zorgen tegenover Allah naar voren waarom hij niet opgewassen zou zijn tegen de taak die hem was toebedeeld: “Hij zei: Mijn Heer, ik vrees dat ze mij zullen verwerpen. En mijn hart is bezorgd, en mijn tong is niet welsprekend,” (Koran 26:12–13). Het bovenstaande verslag in Bukhari gaat als volgt verder:
“Daarop zei Khadijah: Nee, bij Allah, Allah zal nooit schande over u brengen. Want u verenigt de banden van verwantschap en draagt de lasten van de zwakken en verdient voor de behoeftigen en eert de gast en helpt degenen die in echte nood verkeren.”
Khadijah troostte de Profeet en ze vatte zijn karakter samen zoals dat was zelfs voordat hij werd aangesteld als Boodschapper van Allah. Wat ze bedoelde was, dat als iemand die grote taak aankon, dan was hij het wel, omdat hij zijn leven al had gewijd aan het dienen van de mensheid.
In een andere versie van deze hadies in Bukhari noemt Khadijah een andere eigenschap van de Profeet, en zei: “U verenigt de banden van verwantschap en u spreekt de waarheid ...”
In hetzelfde verslag in een andere Hadies-verzameling voegt ze nog een andere eigenschap toe: “U bent trouw,” wat betekent dat hij trouw was aan alles wat hem werd toevertrouwd.
· Lang na de dood van de Profeet vroeg een man aan zijn vrouw A’ishah: “Vertel me over het karakter van de Boodschapper van Allah”. Zij antwoordde: “Leest u de Koran niet (er staat):‘En waarlijk hebt u sublieme deugden’?”' (Hadies: Ibn Majah)
Ze wees hem op het Koranvers dat we hierboven hebben aangehaald, 68:4. Volgens een andere versie antwoordde ze: “Leest u de Koran niet?” De man zei: “Ja.” Ze zei: ”Zijn karakter was de Koran.” (Hadies: Sahih Muslim)
Ze bedoelde dat alle beschrijvingen die de Koran geeft van een subliem karakter ons in werkelijkheid een glimp tonen van de morele grootsheid van de Profeet.
Ramadan Daily Quran Study, Dr. Zahid Aziz
Vertaald door Reza Ghafoerkhan
Uitgegeven door: IslamLab