Vasten – 8
De grote bezorgdheid van de profeet Mohammed ﷺ
voor de mensheid
· De Koran zegt tegen moslims over de profeet Mohammed (v.z.m.h.):
“Waarlijk is er een Boodschapper uit jullie midden tot jullie gekomen; smartelijk voor hem is het dat leed jullie ten deel valt, zeer bezorgd (is hij) om jullie, voor de gelovigen (is hij) vol compassie, barmhartig. Maar wanneer zij zich afkeren, zeg: Allah is voldoende voor mij — er is geen god behalve Hij. Op Hem vertrouw ik, en Hij is de Heer van de machtige Troon.” – 9:128-129
Dit is het ware beeld van een hart dat bedroefd was, niet alleen voor zijn volgelingen, niet alleen voor één volk of land, maar voor de hele mensheid. Hij treurde om het leed van iedereen, en hij was zeer bezorgd voor het welzijn van iedereen. De hele mensheid wordt hier bedoeld, omdat de woorden daarna verwijzen naar de gelovigen. Hij had een speciale band met degenen die hem volgden. Hij was voor hen bovendien vol compassie en barmhartig. Maar als er mensen waren die zich van hem afkeerden en zijn boodschap niet aanvaardden, dan had hij hen niet nodig voor zijn eigen voordeel. Hij had al Allah, die voor hem voldoende was. Alleen een prediker die wil dat zijn volgelingen hem aanbidden, heeft volgelingen nodig om hem een gevoel van succes en zekerheid te geven. Maar de profeet Mohammed had alles wat hij nodig had van Allah en hij vertrouwde volledig op Allah.
· De profeet Mohammed had het diepe verlangen dat de mensen zouden geloven in de waarheid die hij had gebracht. Maar hij kreeg te horen dat het zou gebeuren volgens Allah’s eigen plan.
“En als het uw Heer had behaagd, dan had iedereen op aarde geloofd, iedereen. Zult u (o Profeet) dan de mensen dwingen totdat zij gelovigen zijn?” – 10:99
“En de meeste mensen geloven niet, hoewel u (o Profeet) dit vurig wenst. En u vraagt hen niet om een beloning ervoor. Het is slechts een herinnering voor de gehele mensheid.” – 12:103-104
“Wij weten het beste wat zij zeggen, en u bent niet iemand die hen dwingt. Dus herinner degene die Mijn dreigement vreest door middel van de Koran.” – 50:45
Deze verzen wijzen op de grote geestdrift van de Profeet en hoe hij zich te zeer inspande om de waarheid te prediken. Hij wilde hen bijna dwingen te geloven, zo sterk vond hij dat het in hun belang was om dat te doen. De waarheid zou alleen slagen in overeenstemming met Allah’s plan. Zelfs profeten zien hun wensen niet in vervulling gaan zoals ze zelf willen. Het kan alleen volgens het plan van Allah gebeuren, hoewel het enige verlangen dat zij hadden was om de mensen te hervormen. Ook wij mogen niet gedesillusioneerd of gefrustreerd raken wanneer onze missie om de islam te verspreiden op het eerste gezicht niet lukt op het moment en op de manier die wij wensen.
· De grote pijn en het leed van de profeet Mohammed toen de mensen die boodschap niet aanvaardden, staat als volgt in de Koran.
“Misschien zult u (o Profeet) uzelf dan doden door verdriet, treurend om hen, indien zij niet geloven in deze aankondiging?” – 18:6
“Misschien zult u (o Profeet) uzelf doden door verdriet omdat zij niet geloven.” – 26:3
“Nu laat Allah waarlijk wie het Hem behaagt in dwaling, en Hij leidt in de juiste richting wie het Hem behaagt, dus (o Profeet) laat uw ziel niet wegkwijnen in verdriet om hen. Waarlijk is Allah Weter van wat zij doen.” – 35:8
De eerste twee verzen spreken over de bezorgdheid die de Profeet voelde vanwege een mensheid in verval. Die bezorgdheid was zo groot dat er staat dat hij zichzelf bijna doodde met dat verdriet. Zijn leven bestond uit absolute toewijding in het belang van de mensheid, waarbij zijn enige zorg was dat de mensen zich zouden verheffen naar de echte waardigheid waarvoor Allah hen had geschapen.
Het laatste vers maakt opnieuw duidelijk dat de afwijzing of acceptatie van de boodschap van de Profeet door de mensen zou gebeuren volgens de wet en het plan van Allah. Het had dus geen zin dat de Profeet zich erover zou beklagen.
Ramadan Daily Quran Study, Dr. Zahid Aziz
Vertaald in Nederlands door Reza Ghafoerkhan
Uitgegeven door: IslamLab