Dit artikel is een lezing die ik verzorgde bij de Engelse afdeling van de AAIIL in Londen. Het onderwerp is ‘licht’ (noer) in de Heilige Koran om een beschrijving te geven van de leiding die door Allah is geopenbaard. Ik behandelde in het bijzonder de passage van de Heilige Koran die begint met: “Allah is het licht van de hemelen en de aarde” (Koran 24:35).
Het diwali-feest zou binnen en- kele dagen na mijn lezing plaatsvinden, en het kwam in mij op dat dit bekend staat als het ‘feest der lichten’. Ik verzamelde enkele feiten over dit feest en realiseerde me dat de bovenstaande verzen van de Heilige Koran een soort van commentaar vormen op de ideeën achter diwali. Het lijkt alsof deze verzen, op zeer directe wijze, bepaalde misvattingen corrigeren omtrent God en Zijn relatie met het menselijk wezen, die de grondslag vormen van diwali (de aanbidding van Laksjmi, de godin van rijkdom).
Ik moet hierbij uitleggen dat hazrat Mirza Ghulam Ahmad bepaalde beginselen heeft uiteen- gezet voor de studie van de Koran, die nieuwe deuren hebben geopend tot een beter begrip van dit Heilige Boek. Door die beginselen te volgen, doken enkele volgelingen van hem uit zijn tijd in de oceaan van Koranische kennis en brachten daaruit nieuwe en kostbare parels en edelstenen naar boven. Deze volgelingen waren maulana Muhammad Ali, dr. Basharat Ahmad en maulana Abdul Haq Vidyarthi. Maulana Abdul Haq schrijft:
“… Indien hazrat Mirza sahib de kennis van de Heilige Koran en de argumenten voor de waarheid van de heilige profeet Mohammed had uitgeput, dan zou hij ons beroofd hebben van de vreugde van onderzoek, en zelfs de weg voor ons hebben afgesloten om onze liefde voor de Heilige Profeet te uiten. Maar deze hervormers komen niet om een einde te maken aan menselijke overdenkingen en beschouwingen; veeleer komen zij om deze mentale vaardigheden nog scherper en schitterender te maken.”
Eén van deze beginselen die Mirza sahib heeft onderwezen, is dat de Heilige Koran verkeerde leerstellingen becommentarieert en corrigeert, niet alleen van de godsdiensten die bekend waren bij de heilige profeet Mohammed (de joodse en christelijke godsdiensten), maar ook de godsdiensten waar de heilige profeet Mohammed en de mensen van zijn land niets van afwisten. Wanneer de Heilige Koran op de juiste wijze wordt bestudeerd, kan men zien dat het commentaar geeft op de leringen van het Boeddhisme en het Hindoeïsme, hoewel de Heilige Profeet en zijn gemeen- schap hoogst waarschijnlijk geheel onwetend waren met betrekking tot deze godsdiensten. Dit is een sterk bewijs voor de Goddelijke – en niet de menselijke – oorsprong van de Koran, en een bewijs dat dit boek voor de hele mensheid is gezonden. Zoals hazrat Mirza Ghulam Ahmad schreef:
“Het is een feit dat er, behalve de Koran, op dit moment geen enkel als geopenbaard beschouwd boek op de aardbodem is, dat beschouwt dat God alle volmaakte attributen bezit en vrij is van elke tekortkoming en gebrek.” (Tjasma Ma`rifa, p. 107-108)
De ‘licht’-verzen van de Koran geplaatst tegenover de concepten achter diwali
Verder tonen wij u in een tabel aan de linkerkant de passage 24: 35-38 van de Heilige Koran (dit hoofdstuk 24 is getiteld An-Noer of ‘Het Licht’), en aan de rechterkant de belangrijkste gedachten achter het feest van diwali. De punten van overeenkomst tussen deze passage en diwali zijn:
— licht,
— huizen van mensen waar God naar binnen gaat,
— rijkdom en de verwerving en boekhouding daarvan.
Hieronder plaatsen wij enkele algemene opmerkingen over de betekenis van deze passage en brengen wij ook het verband met diwali naar voren.
1. Volgens de Koran is licht van God afkomstig om de mensen te leiden, om hen uit de duisternis te brengen. Bij diwali echter worden lampen gebruikt, in de veronderstelling dat een god licht nodig heeft van menselijke wezens om naar hun huizen geleid te worden.
2. Het licht van God wordt hier in de Koran beschreven als licht van een lamp die schittert als een ster, op een hoge plek geplaatst, zodat het licht zich tot overal kan uitstrekken. Het is niet als de kleine, door de mens gemaakte lampen van diwali.
3. De ‘vlam’ van het licht van God wordt beschermd, net zoals een lamp beschermd wordt door een glazen omhulsel. Met andere woorden, de door God gezonden leringen van de Islam worden tegen uitroeiing beschermd.
4. De ‘brandstof’ van dat licht is afkomstig van een “gezegende olijfboom, noch oosters noch westers”, wat betekent dat de leringen van de Islam gebaseerd zijn op vrede (olijfboom), die noch het oosten noch het westen in ongelijke mate bevoordelen, maar die gelijkelijk voor de hele mensheid zijn bestemd. Merk op dat de olijftak een oud en universeel symbool van vrede is.
5. Terwijl stoffelijke lichten brandstof verbranden en heet worden, gaat het van Allah afkomstige licht met geen enkele hitte gepaard. De mens zelf heeft altijd gepoogd om ‘efficiëntere’ lichtbronnen uit te vinden die zo min mogelijke hitte opwekken, aangezien de hitte die een lamp produceert verloren energie is. De brandstof van het licht van Allah brengt zuiver licht voort, zonder verbranding, zonder hitte. Vaak kleeft er aan een godsdienst een aanzienlijke hoeveelheid hitte, waarvan voorbeelden zijn: vurige toespraken van predikers, verhitte debatten tussen volgelingen van verschillende geloven, en licht ontvlambare, snel oplaaiende religieuze sentimenten. Maar de islamitische leringen zijn licht zonder hitte. Wij dienen dus licht te verspreiden zonder hitte op te wekken.
6. “Licht op licht”: het blijft licht aan u geven, en daarna nog meer licht. Er bestaat geen einde aan de hoeveelheid vooruitgang die u kunt boeken, meer en meer leiding ontvangende via het licht van Allah.
7. Vers 36 spreekt over het van God afkomstig licht, dat in die huizen verschijnt waarin aan Hem wordt gedacht, waarin gehandeld wordt volgens Zijn leringen. Het is in huizen waarin zich personen bevinden “die door handel noch door verkoop van de gedachtenis aan Allah, het onderhouden van het gebed en het betalen van de armenbelasting worden afgeleid”.
Tijdens de viering van diwali stellen de mensen zich voor dat Laksjmi, die als de godin van rijkdom wordt gezien, hun huizen binnengaat en hun rijkdom zegent voor het komende jaar. In tegenstelling hiermee onderwijst de onderhavige passage van de Koran dat het licht van God die huizen binnentreedt, waarin mensen zijn die het verwerven van rijkdom niet boven hun plicht tegenover God en hun plicht tegenover de medemens stellen. Rijkdom mag niet ter aanbidding tot een god worden gemaakt; wanneer wij bezig zijn met geld verdienen, moeten wij in de eerste plaats de gedachtenis aan Allah (het denken aan Zijn leringen van oprechtheid, waarheid en eerlijk handelen), onze geestelijke plichten (gebed) en onze plichten om het goede te doen tegenover andere mensen (liefdadigheid) in gedachten houden.
8. “En Allah voorziet zonder maat (Arabisch: hisâb of rekening) aan wie Hem behaagt.” Men kan dit opvatten in de betekenis dat God er geen behoefte aan heeft dat wij Hem rekeningenboeken tonen, zodat Hij kan bepalen hoeveel geld Hij aan ons in Zijn lotsbestemming moet toewijzen voor het volgende jaar! Terwijl de Islam ons gebiedt rijkdom niet te plaatsen boven onze toewijding aan de plichten van het bidden tot God en liefdadigheid tegenover de medemens, wordt het belang van het verwerven van rijkdom niet genegeerd. In werkelijkheid onderwijst het hier, dat er voor degene die rijkdom in zijn juiste perspectieven ziet, geen grens is aan de materiële voorzieningen die door God aan hem worden geschonken. De vlotte zakenlui die nooit verzuimen een goede deal te sluiten ten koste van hun geestelijke en morele plichten die zij verzuimen, en die hun rekeningenboeken belangrijker achten dan de rekenschap van hun daden, zullen uiteindelijk zelfs niet eens in materieel opzicht voorspoed genieten.
De Islam is uniek tussen de wereldgodsdiensten door te erkennen dat materiële rijkdom ook van God afkomstig is. En wat van God komt, is grenzeloos en oneindig. Wij zien dat wereldse voorzieningen die tegenwoordig voor de mensheid beschikbaar zijn voorbij datgene liggen waarvan niemand uit het verleden zelfs maar een voorstelling kon maken. Echter, die rijkdom kan slechts een bron van weldaad zijn, wanneer het verkregen is via het volgen van de door God vastgelegde wetten. Laten wij bidden dat onze hindoevrienden, -buren en -landgenoten die op diwali lichten ontsteken, ook het licht ontvangen dat van God afkomstig is om de mensheid te leiden.
Vergelijking van verzen uit hoofdstuk “Het Licht”van de Heilige Koran met de concepten achter diwali
Hoofdstuk 24: An Noer (Het Licht) |
Diwali-feest |
35 Allah is het licht van de hemelen en de aarde. Een gelijkenis van Zijn licht is als een pilaar waarop een lamp staat – de lamp zit in een glas, het glas is als het ware een helder schijnende ster – Aangestoken van een gezegende olijfboom, noch oosters noch westers, waarvan de olie licht geeft, hoewel vuur het niet aanraakt – licht op licht. Allah leidt naar zijn licht wie Hem behaagt. En Allah legt de mens gelijkenissen voor, en Allah is Wetend omtrent alle dingen. |
Dit is het belangrijkste hindoe-feest, ook bekend als het feest der Lichten. diwali (of voluit, dipavali) betekent een lijn of rij van lampen. |
36 (Het is) in huizen welke Allah toegestaan heeft verheven te worden en aan Zijn naam daarin wordt gedacht. Hem daarin verheerlijken, in de ochtenden en de avonden. | Het is het belangrijkste feest voor kooplieden, bankiers en zakenlui, omdat de voornaamste religieuze gebeurtenis de aanbidding van Laksjmi is.” |
37 Mannen die door handel noch door verkoop van de gedachtenis aan Allah, en het onderhouden van het gebed en het betalen van de armenbelasting worden afgeleid– zij vrezen een dag waarin de harten en de ogen zich zullen omdraaien. |
“Het is het einde van het financiële jaar. Oude rekeningen worden vereffend, nieuwe boeken worden geopend. Bedrijfsboeken worden aanbeden tijdens een uitvoerige ceremonie. Alle zakenmensen beginnen met nieuwe zakenkalenders en vieren hun nieuwjaar. Zij aanbidden de Godin Laksjmi om hun nieuwe bedrijfsboeken te zegenen.” |
38 Dat Allah hun het beste zal geven voor hetgeen zij deden, en hun meer vanuit Zijn gratie geeft. En Allah voorziet zonder maat aan wie Hem behaagt. |
“Laksjmi wordt in elk huis aanbeden. Het huis en zijn omgeving worden verlicht met olielampen, zodat Lakshmi duidelijk haar weg kan zien.” Bronnen: The Oxford Dictionary of World Religions Twee websites over diwali: http://www.2camels.com/destination64.php3 |