Vasten – 7
De profeet Mohammed ﷺ moest de boodschap overbrengen, en niets anders
· De Koran zegt:
“O Boodschapper, breng over wat aan u is geopenbaard door uw Heer; en als u dit niet doet, dan hebt u Zijn boodschap niet overgebracht. En Allah zal u beschermen tegen de mensen.” – 5:67
Hier geeft Allah de belofte (‘Allah zal u beschermen tegen de mensen’), dat de profeet Mohammed (v.z.m.h.) altijd bescherming van Allah wou krijgen tegen de talloze gevaren die hem van alle kanten bedreigden, en tegen de vele complotten tegen zijn leven. Hij moest dit alles alleen maar onder ogen zien, omdat hij overbracht van wat er aan hem was geopenbaard van Allah. Maar het wijst ook op de geestelijke bescherming van de Profeet. Allah beschermt de profeten door hen zodanig te scheppen dat zij zich van nature rein houden van zonde. Hij beschermt de profeten ook door hen bij te staan, hen standvastig te houden tijdens beproevingen, door gemoedsrust in hen te kweken en door hen tegen zonde te beschermen.
· Net zo wordt aan de profeet Mohammed verteld om te zeggen:
“Zeg: Ik heb voor jullie geen macht over het kwade of het goede. Zeg: Niemand kan mij beschermen tegen Allah, noch kan ik buiten Hem mijn toevlucht vinden: (Mijn taak is) slechts om (het bevel) van Allah over te brengen en Zijn boodschap.” – 72:21-23
Dit hoofdstuk, 72, werd geopenbaard aan de Profeet net na zijn terugkeer uit Ta’if. Dit was ongeveer twee jaar voor zijn Hijra (emigratie) van Mekka naar Medina. Omdat de oppositie tegen zijn prediking van de islam in Mekka zijn hoogste punt had bereikt, dacht hij erover om zijn boodschap naar de stad Ta’if te brengen. Daar kreeg hij hoon en spot over zich heen. Toen hij na een verblijf van tien dagen in Ta’if terugging naar Mekka, bekogelde de plaatselijke bevolking hem met stenen totdat hij begon te bloeden. Hij en zijn boodschap waren nu overal afgewezen.
Zelfs onder deze omstandigheden van volkomen mislukking, vertelt zijn openbaring aan hem om tegen de mensen te zeggen dat hij, als mens zijnde, niets onder controle heeft. Hij kan hen geen schade berokkenen omdat zij hem afwijzen, noch kan hij hen enig voordeel brengen omdat zij hem aanvaarden. Als hij doorgaat met het brengen van zijn boodschap, zal Allah zijn beschermer zijn, zelfs als niemand anders dat is. Als hij daarmee stopt uit angst voor de mensen, zullen de mensen hem niet van Allah kunnen redden.
Maar de volgende twee verzen geven hem onmiddellijk de zekerheid dat zijn tegenstanders zullen falen:
“Totdat, wanneer zij zien wat er aan hen beloofd is, zullen ze weten wie er zwakker is in helpers en kleiner in aantal. Zeg: ik weet niet of dat wat u is beloofd nabij is of dat mijn Heer er een verre termijn voor zal aanstellen.” – 72: 24–25
Deze duidelijke profetie kon niet uit het brein van de Profeet komen. Er staat dat de dag zal komen, of het nu dichtbij is of veraf, dat degenen die nu zwakker zijn in helpers en kleiner in aantal de overwinning zullen behalen.
· De Koran zegt herhaaldelijk dat de plicht van de profeet Mohammed alleen het overbrengen van de boodschap was:
“Wanneer zij zich onderwerpen volgen zij zeker de juiste weg; en wanneer zij zich omkeren, is uw taak slechts het overbrengen van de boodschap.” – 3:20
“Maar als jullie je omkeren, weet dan dat de taak van Onze Boodschapper slechts het duidelijk overbrengen van de boodschap is.” – 5:92
“Maar hebben de boodschappers een andere plicht dan het duidelijk overbrengen (van de boodschap)?” – 16:35
“Zeg: Gehoorzaam Allah en gehoorzaam de Boodschapper. Maar wanneer jullie je omkeren, dan is hij verantwoordelijk voor de taak die hem is opgedragen, en zijn jullie verantwoordelijk voor de taak die jullie is opgedragen. En als jullie hem gehoorzamen, dan gaan jullie de rechte weg op. En de plicht van de Boodschapper is slechts (de boodschap) duidelijk over te brengen.” – 24:54
De eerste plicht van de Profeet was om de boodschap die Allah aan hem openbaarde over te brengen. Dit overbrengen gebeurde door woord en spraak, en niet door dwang. Als zijn boodschap werd afgewezen, eindigde zijn plicht op dat moment. Zijn verantwoordelijkheid, waar hij zich voor moet verantwoorden tegenover Allah, was het overbrengen van de boodschap, niet voor de resultaten daarvan. Hij kreeg noch het bevel, noch de toestemming om op een of andere manier ervoor te zorgen dat zijn boodschap werd aanvaard, omdat aanvaarding een vrijwillige daad is van diegenen die die boodschap ontvangen. Daarom is het gebruik van geweld om mensen zijn boodschap te laten aanvaarden in strijd met de instructies in deze verzen, namelijk dat het zijn plicht is om de boodschap alleen maar over te brengen.
· Van de Profeet werd verlangd geduld te tonen nadat hij zijn plicht had vervuld om de boodschap over te brengen:
“Dus wees geduldig, zoals vastbesloten mensen, de boodschappers, geduldig waren en probeer niet (hun noodlot) voor hen te bespoedigen. Op de dag dat zij zullen zien wat hen wordt beloofd, (zal het zijn) alsof zij er slechts een uur van de dag hadden vertoefd. (Uw taak is het) over te brengen. Zal er dan iemand worden vernietigd, behalve de mensen in overtreding?” – 46:35
Ramadan Daily Quran Study, Dr. Zahid Aziz
Vertaald in Nederlands door Reza Ghafoerkhan
Uitgegeven door: IslamLab